Wet langdurige zorg

 

Zorg met verblijf

Voor zorg met verblijf dient men een eigen bijdrage te betalen. Via de Wlz is men automatisch verzekerd tegen de hoge kosten van langdurige zorg. Om in aanmerking te komen voor de vergoeding, moet sprake zijn van een indicatie en geldt een verplichte eigen bijdrage.

Die eigen bijdrage wordt berekend op basis van het verzamelinkomen van twee jaar geleden en op basis van het eigen vermogen (box 3 vermogen). Voor wat betreft het box 3 vermogen telt 8 % van de 'grondslag sparen en beleggen' mee bij de berekening van de eigen bijdrage. De 'grondslag sparen en beleggen' is het deel van uw vermogen boven het heffingsvrije vermogen.

Hoe hoger het box 3 vermogen, hoe hoger de eigen bijdrage is. Een gevolg hiervan kan zijn dat het inkomen niet voldoende is om de eigen bijdrage volledig te voldoen en dan zal er bijgelegd moeten worden uit het eigen (box 3) vermogen. Dit betekent dat er ingeteerd wordt op het (spaar)vermogen. Financiële problemen kunnen in dat geval ontstaan als er niet voldoende liquide spaarvermogen is, maar het box 3 vermogen vastzit in stenen: bijvoorbeeld een te koop staande of verhuurde woning.

 

Let op: een eigen woning die in box 1 valt (het gaat dus om de eigen woning die als hoofdverblijf dient) telt niet mee voor de vaststelling van de eigen bijdrage.

 

Hoogte bijdrage

De bijdrage wordt berekend door het Centraal Administratiekantoor (CAK). De eerste zes maanden van het verblijf in de zorginstelling is sprake van een lage bijdrage. Deze lage bijdrage is thans minimaal € 152,00 per maand en maximaal € 797,80 per maand. Na zes maanden hangt het van uw persoonlijke omstandigheden af welke bijdrage u betaalt. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van of er nog een partner thuis blijft wonen.

De hoge bijdrage in een zorginstelling is thans € 2.284,60 per maand. Bij de berekening van de hoge eigen bijdrage houdt het CAK er rekening mee dat u zak- en kleedgeld overhoudt.

 

Voor Zorg met Verblijf bestaat een hoge en een lage eigen bijdrage (bron: www.hetcak.nl).

Lage eigen bijdrage

De lage eigen bijdrage geldt alleen voor mensen die (nog) de kosten voor een huishouden buiten de instelling moeten betalen. Bijvoorbeeld omdat uw verblijf tijdelijk is, omdat u voor uw kinderen moet zorgen, of een thuiswonende partner heeft.

 

Situaties waarin u de lage eigen bijdrage betaalt, zijn:

1. U bent voor het eerst opgenomen in een instelling of uw eerdere opname was langer dan zes maanden geleden. U betaalt dan de eerste zes maanden (de wachttijd) de lage eigen bijdrage. De lage eigen bijdrage is nu minimaal € 158,60 per maand en maximaal € 832,60 per maand.

2. U (of uw partner) heeft een indicatiebesluit voor tijdelijk verblijf langer dan zes maanden (zoals zorgzwaartepakket 10) of u heeft een verklaring terugkeer naar de maatschappij (TNM).

3. U betaalt het levensonderhoud van uw kinderen waarvoor u kinderbijslag ontvangt of uw kinderen krijgen studiefinanciering.

4. U bent gehuwd en uw partner woont nog thuis (u bent gehuwd of u heeft een duurzame relatie die bijvoorbeeld is vastgelegd in een samenlevingscontract).

Let op: heeft u een AOW voor ongehuwden? Dan bent u voor de berekening van de eigen bijdrage ongehuwd en geldt deze regel niet voor u.

5. U ontvangt een persoonsgebonden budget (pgb) voor zorg in een instelling.

6. U ontvangt het volledig pakket thuis (VPT)

 

Hoge eigen bijdrage

Komt u niet in aanmerking voor de lage eigen bijdrage? Dan betaalt u automatisch de hoge eigen bijdrage.

 

Of u daadwerkelijk een hoe eigen bijdrage verschuldigd bent, kunt u berekenen op de website van het CAK (www.hetcak.nl) of door met het CAK contact op te nemen.

 

Zorg thuis

Ontvangt u thuis ondersteuning of zorg? Via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) of de Wlz (Wet langdurige zorg)? Dan is hiervoor een eigen bijdrage verschuldigd. Hulp bij het huishouden en begeleiding vallen onder de Wmo. Het modulair pakket thuis (men heeft een indicatie voor zorg met verblijf, woont thuis en neemt niet alle zorg af die in de indicatie zijn vermeld maar gedeelten daarvan) valt onder de Wlz. De hoogte van deze eigen bijdrage kunt u berekenen via www.hetcak.nl

 

Verkleinen eigen (box 3) vermogen

Mocht de hoge eigen bijdrage verschuldigd zijn, kan worden bekeken hoe het vermogen in box 3 verkleind kan worden en daardoor de eigen bijdrage te verminderen. Voordat tot maatregelen wordt overgegaan, wordt geadviseerd om te kijken of u daadwerkelijk de hoge eigen bijdrage dient te betalen. Bij het verkleinen van het box 3 vermogen kunnen namelijk ook overige belastingen zoals inkomstenbelasting, overdrachtsbelasting, erfbelasting en schenkbelasting een rol spelen. Behalve de fiscale gevolgen rijst ook de vraag in hoeverre het gewenst is om het vermogen te verkleinen zodat de langstlevende ouder weliswaar geen vermogen meer heeft maar daardoor wellicht ook geen mogelijkheid meer heeft om van een goed verzorgde oude dag te genieten.

 

Het eigen (box 3) vermogen kan als volgt worden verkleind

 

- Een testament

In een testament kan worden opgenomen dat de erfdelen van de kinderen (die ze op grond van het overlijden van de eerste echtgenoot hebben verkregen) opeisbaar zijn/uitgekeerd worden bij opname van de langstlevende in een zorginstelling. Deze regeling geldt dus na het overlijden van de eerste echtgenoot op grond van het testament van de eerst stervende echtgenoot. Zolang er geen nalatenschap is, kan geen sprake zijn van het opeisbaar zijn van erfdelen. In een testament kunt u dus nooit bepalen dat als u wordt opgenomen in een zorginstelling dat uw kinderen hun erfdelen al kunnen opeisen. Deze erfdelen bestaan immers nog niet. Indien u het bovenstaande wenst op te nemen in uw testament, dient u zich wel te realiseren dat de peildatum voor de vaststelling van de eigen bijdrage twee jaar eerder ligt en u als langstlevende toch nog tijdelijk geconfronteerd kan gaan worden met een hogere bijdrage.

 

Opengevallen nalatenschappen

Voor opengevallen nalatenschappen van de eerst stervende echtgenoot kan gekeken worden of het een optie is dat de langstlevende de erfdelen van de kinderen al gaat uitkeren voordat de erfdelen opeisbaar zijn. Let dan wel weer op eventuele verschuldigde schenkbelasting. Of van schenkbelasting sprake is, kan een notaris, dan wel een belastingadviseur, voor u bekijken. In geval van opengevallen nalatenschappen voor 1 januari 2001 waarbij op grond van een ouderlijke boedelverdeling rente verschuldigd is over de vorderingen moet goed naar de gevolgen voor de inkomstenbelasting gekeken worden. Op grond van de toenmalige regeling kan ter zake van de uitkering van rentetermijnen van schuldvorderingen die zijn ontstaan in verband met de verdeling van een nalatenschap inkomstenbelasting verschuldigd zijn.

 

Schenken tijdens leven om het vermogen te verminderen

 

Schenken in contanten

U kunt schenken in contanten. U geeft bij de schenking daadwerkelijk het te schenken bedrag. Vaak gaat dit via een overboeking tussen bankrekeningen. Deze manier van schenken is alleen aantrekkelijk indien de benodigde contanten aanwezig zijn. Verder is het aan te bevelen om, voor zover van toepassing, bij de overboeking te vermelden 'schenking met uitsluitingsclausule' zodat het geschonken bedrag niet valt in een gemeenschap van goederen (uitsluitingsclausule). Uiteraard kunt u de voorwaarden van de contante schenking ook schriftelijk vastleggen, al dan niet in een notariële akte.

 

Schenken op papier

Een andere manier van schenken is 'schenken op papier'. Door te schenken op papier kunt u erfbelasting besparen door aan uw kinderen bedragen schuldig te erkennen die in beginsel pas opeisbaar zijn bij uw overlijden. U hoeft dan nu geen middelen vrij te maken om deze schenkingen te doen. Tot uw overlijden behoudt u de beschikking over het schuldig te erkennen bedrag. Door de papieren schenking is in het vermogen van de schenker een schuld ontstaan. Deze schuld mag bij het overlijden van de schenker voor de erfbelasting van zijn vermogen worden afgetrokken. Het resultaat is dat erfgenamen minder erfbelasting hoeven te betalen.

Wanneer boven het vrijgestelde bedrag voor de schenkbelasting hetzij in contanten, hetzij op papier wordt geschonken, is direct schenkbelasting verschuldigd tegen een percentage van 10% tot € 121.296,00 en daarboven een percentage van 20% (tarieven voor kinderen).

Om er zeker van te zijn dat de papieren schenking na overlijden de beoogde uitwerking heeft (erfbelasting besparen) dient te papieren schenking na overlijden te worden vastgelegd in een notariële akte. Daarnaast moet de schenker jaarlijks een rente van 6% betalen aan de begiftigde.

Of deze rente daadwerkelijk ieder jaar is betaald, controleert de Belastingdienst bij het overlijden van de schenker. Als bij overlijden blijkt dat de rente niet trouw over ieder jaar is betaald, mag de papieren schenking bij de afwikkeling van de nalatenschap niet worden afgetrokken van het vermogen. Met andere woorden: het bedrag van de papieren schenking behoort gewoon tot de erfenis en daar moet erfbelasting over worden betaald. De papieren schenking heeft dan dus geen effect gehad. De rente wordt op 31 december van ieder jaar betaald, ook in het jaar dat u de schenking heeft gedaan!

De naar aanleiding van de papieren schenking ontstane vordering van de kinderen op de ouders is bij de kinderen belast voor de inkomstenbelasting in box 3 tegen 1,2% en voor de ouders vermindert het schuldig erkende bedrag het vermogen in box 3 voor de inkomstenbelasting.

 

Algehele volmacht

Bij een algehele volmacht verleent u aan de gevolmachtigde de bevoegdheid om uw belangen te behartigen in de meest uitgebreide zin van het woord (bijvoorbeeld ook voor de verkoop en levering van de eigendom van uw woning).

Dit is een vertrouwenskwestie omdat de persoon aan wie u de volmacht geeft vrijwel alles voor en namens de volmachtgever kan regelen (de akte van volmacht van de notaris geeft immers geen garantie dat de afgegeven volmacht door de gevolmachtigde niet wordt misbruikt). Met een algehele volmacht kan de gevolmachtigde handelen namens de volmachtgever in ieder in de volmacht omschreven situatie (namens de volmachtgever bijvoorbeeld een testament maken of trouwen is echter niet mogelijk). Deze volmacht is bedoeld voor de situatie dat u zelf niet kunt handelen  (al dan niet tijdelijk), maar u blijft zelf bevoegd.

Een algehele volmacht kan altijd notarieel herroepen worden en eindigt bij overlijden. Het opstellen van deze volmacht kan voorkomen dat er later een bewind moet worden ingesteld in de situatie dat u uw zaken niet meer zelf zou kunnen regelen.

 

In het kader van de Wlz zou u de gevolmachtigde de bevoegdheid kunnen geven om uit uw vermogen schenkingen te (blijven) doen aan de kinderen.